Vakantie en Feestdagen

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 26-11-2023

Vakantie en Vakantiegeld

Het aantal vakantiedagen per jaar hangt af van het aantal werkdagen per week (vijf of zes) en het aantal weken per kalenderjaar dat direct vooraf gaat aan het jaar waarin de vakantie wordt opgenomen. Na een vol gewerkt jaar heeft een werknemer recht op:

i. 24 werkdagen bij een 6-daagse werkweek; en

ii. 20 werkdagen bij een 5-daagse werkweek

Voor handwerkers, leerlingen en uitvoerend kunstenaars met een arbeidsverband, wordt het vakantiegeld betaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakanties (RJV). De werkgevers betalen hun werknemers gedurende de vakantieperiode geen salaris, maar wel moeten ze een speciale verzekeringspremie afdragen voor de financiering van de vakantie van hun werknemers. De hoogte van het jaarlijkse vakantiegeld hangt af van het salaris in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de werknemers zijn vakantie opneemt. Dit bedrag komt overeen met 15,38% van het in dat voorgaande jaar verdiende salaris.

Voor kantoorpersoneel/bedienden is de werkgever verplicht vakantiegeld te betalen. Ze ontvangen hun normale salaris voor de vakantieperiode vermeerderd met 1/12e van 92% van hun bruto maandsalaris, gerekend vanaf de maand waarmee het jaar begint waarin ze hun vakantie opnemen. De betaling van het vakantiegeld vindt plaats aan het begin van de vakantie. Indien de vakantie in delen wordt opgenomen, wordt het vakantiegeld uitbetaald aan het begin van de grotere vakantie, maar niet voor 2 mei van het jaar.

(30 maart 1967, Koninklijk Besluit betreffende de algemene modaliteiten ter bij toepassing van de wet, met betrekking tot jaarlijkse vakantie van betaalde werknemers; 28 juni 1971, wet betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers vallende onder een CAO)

Feestdagen en loon

Werknemers hebben recht op doorbetaling van hun loon gedurende feestdagen, publieke en religieuze (van christelijke aard). Het jaar kent gewoonlijk 10 publieke feestdagen. Dit zijn Nieuwjaarsdag (1 januari), Paasmaandag (1 april), Dag van de Arbeid (1 mei), Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, Nationale Feestdag (21 juli), Maria tenhemelopneming (15 augustus), Allerheiligen (1 november), Wapenstilstand (11 november), Kerstmis (25 December 25). Indien een publieke feestdag samenvalt met een rustdag of zondag, wordt deze ingewisseld voor een werkdag. Werknemers hebben recht op doorbetaling van loon tijdens publieke feestdagen.

(Wet van 4 januari 1974 betreffende de publieke feestdagen)

Rustdagen

De Arbeidswet voorziet in een wekelijkse rustperiode. Iedere werknemer heeft recht op een wekelijkse rustperiode van ten minste 24 aaneengesloten uren. De wekelijkse rustdag is de zondag en de wet bepaalt dat op zondagen niet mag worden gewerkt. Er zijn echter wettelijke uitzonderingen op deze regel indien de normale bedrijfsvoering dit vereist, zoals in geval van beveiliging van arbeidsplaatsen, schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden, werk dat moet worden gedaan om (dreigende) ongelukken of schade te voorkomen, en werk om het bederf van grondstoffen of producten te voorkomen.

Werknemers mogen worden te werk gesteld voor de uitvoering van werkzaamheden die bij Koninklijk Besluit zijn vastgesteld. In dit KB kunnen aanvullende bepalingen zijn opgenomen.

(Art. 3, 11-18, 32.2 en 66 van de Arbeidswet)

Wetgeving vakantie en feestdagen

  • 30 maart 1967, Koninklijk Besluit betreffende de algemene modaliteiten ter bij toepassing van de wet, met betrekking tot jaarlijkse vakantie van betaalde werknemers / Royal Decree Of 30 March 1967 Determining The General Rules Of Enforcement Of Laws To Annual Vacation Of Employees
  • Arbeidswet 1971 / 16 March 1971 - Labour Act
Loading...